Wat zegt de wet over de week-weekregeling?
De tijd dat kinderen automatisch aan de moeder werden toegewezen ligt intussen ver achter ons.
Het Burgerlijk wetboek voorziet dat de rechtbank een gelijk verdeeld verblijf in overweging moet nemen, zodra één van de twee ouders hierom verzoekt (art. 374 oud B.W).
De wet spreekt over een gelijk verdeeld verblijf. Dit is elke vorm van omgangsregeling waarin het kind evenveel bij moeder als vader verblijft: zoals een week-weekregeling, 2-2-3 regeling,…
Dus wanneer één van beide ouders vraagt om een week-weekregeling, is de familierechter verplicht om deze mogelijkheid te bekijken.
De rechtbank dient volgens de wet bij de beoordeling rekening te houden met de concrete omstandigheden van de zaak, met het belang van het kind én met het belang van beide ouders.
Zo wordt er bijvoorbeeld gekeken naar waar de ouders wonen, waar de school ligt, de werkomstandigheden en bijgevolg ook de beschikbaarheid van de ouders, opvangmogelijkheden, mogelijks extra (medische) noden van een kind,…
Wordt er rekening gehouden met de leeftijd van de kinderen?
Ook de leeftijd van de kinderen is een belangrijke factor bij het bekijken van een eventuele week-weekregeling. Wanneer er zeer jonge kinderen zijn en een week-weekregeling door één van beide ouders wordt gevraagd, wordt hier extra aandacht aan besteed.
Specialisten stellen dat het niet in het belang is van zeer jonge kinderen om een week-weekregeling op te leggen, omdat ze dan te lang gescheiden worden van hun zorgfiguren en dat dit de binding zou tegengaan.
Dit betekent niet dat er geen gelijkmatig verdeeld verblijf kan worden overeengekomen of opgelegd, maar de wissel zal in deze gevallen meestal veel sneller gebeuren: zoals bijvoorbeeld d.m.v. een 2-2-3 regeling.
Zodra een kind naar de lagere school gaat (rond de leeftijd van 5-6 jaar) is men het erover eens dat de leeftijd niet langer een reden is om geen week-weekregeling op te leggen. Voor de meeste ouders is het op dat ogenblik zelfs een verademing dat er minder gewisseld wordt.
Ook het ouder worden van de kinderen kan maken dat een week-weekregeling wel of niet doorgang zal vinden. Zoals hieronder nog zal blijken, krijgen kinderen vanaf 12 jaar een stem. Hoe ouder het kind, hoe meer de leeftijd zal doorwerken. Vb wanneer een ‘kind’ van 17 jaar niet meer in een week-weekregeling naar de ouders wenst te gaan, zal zijn/haar stem veel doorslaggevender zijn dan wanneer een 12 jarige dit stelt.
Wat met de regeling van de broers en/of zussen?
Hebben de kinderen broers/ zussen, halfbroers/zussen of misschien stiefbroers/ zussen? Dan is ook dit een factor om rekening mee te houden.
De rechtbank dient volgens art. 375 oud B.W. bij voorkeur eenzelfde regeling voor alle broers en zussen na te streven. Art. 387 septiesdecies oud B.W. stelt zelfs dat minderjarige broers en zussen het recht hebben om niet van elkaar te worden gescheiden. Dit alles neemt niet weg dat ook hier steeds concreet bekeken moet worden of dit wel in het belang van elk kind afzonderlijk is. Dit kan worden uitgebreid naar half -of stiefbroers/zussen, wanneer zij een bijzonder affectieve band hebben.
De rechtbank zal de gevraagde omgangsregeling dus steeds bekijken in het licht van de familiale situatie: waar en wanneer verblijven de (half/stief) broers/ zussen, en rekening houden met de concrete omstandigheden om uiteindelijk te oordelen.
Kan mijn kind beslissen waar hij/ zij zal verblijven?
Er bestaat een groot misverstand dat kinderen vanaf 12 jaar of ouder kunnen beslissen over waar zij zullen verblijven. Dit is niet correct!
Een kind van 12 jaar kan zich vaak al goed verwoorden, maar het is en blijft een kind dat je niet voor zulk een verschroeiende keuze kan stellen. Een kind in een echtscheiding of in een relatiebreuk zit in een loyaliteitsconflict en wil voor beide ouders goed doen. Dat uit zich vaak in het feit dat zij tegen elke ouder zeggen wat hij/zij graag zou willen horen: soms heel expliciet en soms heel genuanceerd.
Een kind vanaf 12 jaar beschikt dus over een hoorrecht: niet meer maar ook niet minder. Het kind kan zijn/ haar verhaal doen aan de familierechter, dewelke rekening zal houden met de verlangens en behoeften van het kind, maar het is uiteindelijk enkel de familierechter die beslist.
Samengevat:
Wil je jullie kind graag opvoeden in een week-weekregeling (of andere vorm van gelijkmatig verdeeld verblijf), communiceer hierover met je ex-partner en maak concrete afspraken met behulp van een advocaat of bemiddelaar, die alles netjes voor jullie op papier zet.
Wil je een week-weekregeling, maar wordt dit geweigerd door je ex-partner of andersom: we informeren je graag en bekijken samen de verschillende mogelijkheden.
Graag meer informatie op onze website? Lees hier verder bij vragen over: alimentatie voor kinderen, bemiddeling of onze post over hoe regelingen getroffen kunnen worden en vechtscheidingen worden vermeden.
26 oktober 2023, Evelien Meyvis